De tondeuse
leestijd: 2 min

De kappers gaan voor het eerst weer open en toch laat ik mijn haar groeien. Het doet me denken aan vroeger. Toen ik naar Amsterdam verhuisde en de geur van vrijheid in de lucht hing. Een decennium lang.

Op Google zoek ik naar foto's van Donald Sutherland. Donald schitterde destijds in M*A*S*H, in de Korea-oorlog, als snedig chirurg in een fronthospitaal. Nog altijd is Donald niet uitgespeeld. Hij heeft zijn lange haardos bewaard, evenals zijn charisma. Al is zijn haar nu grijs. Net als dat van mij. Soms, als er een briesje staat en ik met iemand praat, moet ik het haar uit mijn ogen vegen. Ik lijk onderhand een vrouw.

Op een mooie ochtend fiets ik naar Haren, naar kapper Onnes bij de rotonde. Naast de deur staat een vitrinekast met bekers en bokalen. Boven de kassa hangt een bord: 'life ain't perfect, but your hair can be.' Ik neem een stoel bij de tafel met tijdschriften.

Onnes draagt jeans met een zwart overhemd. Het resterende haar op zijn schedel is in stekeltjes omhooggewerkt. Er zit een jongen in de stoel. De jongen is rond de twintig, de kapper loopt om hem heen, in zijn hand een tondeuse. De tondeuse heeft een gouden kleur. De kapper zwiert met de tondeuse om het hoofd van de jongen, als een zanger met zijn microfoon. De kruin wordt hoog. Als de kapper klaar is, bevoelt de jongen de zijkant van zijn hersenpan. Hij kijkt tevreden in de spiegel. Iemand veegt het haar weg. De kapper drinkt een kopje koffie. Hij gebaart daarna met zijn hand naar de stoel en pakt een schort.

'Steek je handen maar in de mouwen.' Hij bevestigt een boord van wit crêpepapier om mijn hals. 'Het hoeft alleen bijgeknipt.' Ik kijk hem aan via de spiegel. Onnes staat achter me. Hij spreidt zijn handen en steekt alle vingers in mijn haar. Hij trekt ze langzaam omhoog tot het haar tussen de vingers wegvalt. 'Er zit beweging in je haar. Voor je leeftijd heb je een volle dos. Als ik het mag zeggen,' hij kijkt de spiegel, 'er moet wel wat af.' 'Je hebt geluk.' Hij loopt naar het plateau onder de spiegel, pakt een schaar en loopt om me heen. Het staal klapwiekt scherp rond mijn oren. Mijn haar dwarrelt naar beneden.'Ik heb het van mijn vader geleerd. Hoe je zo'n jaren zeventig kapsel doet. Niemand die nog weet hoe het moet. De docenten op de kappersschool beheersen hun vak niet meer.'

Onnes was kampioen, het staat op zijn website. Zeven jaar achtereen in Nederland. Ook Europees en Wereldkampioen. Ik vraag ernaar. 'Weet je wat vreemd is?' Hij loopt om me heen. 'Dat je het dan niet beseft. Hoe bijzonder dat is.' Ik denk aan mijn leven en dat je pas achteraf weet wat de mooiste jaren zijn. Hoe druk je bent. Ik zeg dat talent alleen vast niet genoeg is. 'Ik had collega's die creatiever waren. Maar hun techniek was ondermaats. Mijn vader, die ging 's avonds na het eten met zijn collega's naar de vakschool. Dan gingen ze oefenen. Maar jonge mensen, ze willen tegenwoordig niet meer gecorrigeerd worden. Dan komt er hier zo'n moeder bij me in de zaak. Die zegt dat ik niet aardig genoeg ben. Niet aardig genoeg. Maar daar gaat het toch niet om?' De schaar valt stil, de ogen in de spiegel kijken mij mistroostig aan.

'Vroeger nam ik jonge mensen mee naar die kampioenschappen. Ze stonden hier naast me.' Hij wijst met de punt van zijn schaar naar de stoel rechts. 'Ze werden ook kampioen.' Hij schudt zijn hoofd. 'Er is hier pas een nieuwe zaak geopend. Maar de eigenaar weet niet zelf niet eens hoe het moet.'

Hij legt de schaar op het plateau en pakt de tondeuse voor mijn bakkebaarden. Daarna klapt hij het scheermes open. Ik zet me schrap, want mijn nek is daarna altijd rood. Maar Onnes kan het zonder mijn huid te raken. Dan bukt hij zich naar een lade, pakt een pot en haalt er een likje uit. Hij doet de witte massa in de palm van zijn hand, spuit er water op, smeert het in cirkels uit en boetseert het in mijn haar.

'Ik geef je er straks wat van mee.' Hij vult een klein plastic potje en zet het voor me klaar. 'Van de bond mag het niet. Theoretisch zou je dat kunnen opeten.' Hij schudt met zijn hoofd. Hij maakt het schort los.

Ik kijk nog een keer naar het plateau onder de spiegel. Daar liggen de scharen in hun rankheid, als benen van balletdanseressen. Ze glimmen. Daarnaast de tondeuse, met zijn gouden glans.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Ekke Wolters (Zuidwolde, 1953), studeerde in Amsterdam. Woont en werkt in Groningen. Wandelt, tuiniert (groenten), leest. Plezierschrijver.