Het overhemd van Elvis Costello
leestijd: 5 min

'You want more boohhh?'

En er klonk nog meer luid boe-geroep dan we al hadden gehoord. Het publiek was dan ook niet gekomen voor het voorprogramma door het New Yorkse synthesizerduo Suicide. Zanger Alan Vega kon hier niet mee zitten, gaf een teken aan zijn toetsenist en er volgde nog een van weltschmerz doortrokken nummer. Met ritmebox en elektronica, zijn tijd ver vooruit. Achteraf kon je vermoeden dat de organisatoren in de Evenementenhal er bij Suicide op hadden aangedrongen hun optreden zo veel mogelijk te rekken. Backstage was er de nodige onenigheid met hoofdact Elvis Costello & The Attractions, waarvoor de naar huidige maatstaven aftandse zaal was volgestroomd. Costello was de nieuwe angry young man van de popmuziek en angry was hij deze avond zeker.

Het optreden de avond ervoor in Den Haag was nogal rellerig verlopen, vernamen wij later uit de pers. Een deel van het publiek was gekomen om heibel te schoppen en er was met bier naar de band gegooid. Een van de gitaarversterkers had daarbij het loodje gelegd. Elvis was ontdaan en wilde niet meer in Nederland spelen. In die sfeerloze Evenementenhal stonden we echter maar te wachten en te wachten. Wachten op al die gedreven popsongs waar we verliefd op waren geworden, die urgente sound van de plaat 'This Year's Model' waar je absoluut niet op kon blijven stilstaan.

Het duurde bijna een uur na Suicide en daar waren ze dan ineens: Elvis Costello & The Attractions. Ze speelden in een noodtempo en vol vuur slechts één nummer, een cover van Nick Lowe's klassieker '(What's So Funny About) Peace, Love & Understanding'. Even snel als ze waren gekomen waren de vier mannen ook weer weg en de tl-lampen in de zaal gingen aan, de toeschouwers in onbegrip achterlatend. Voorzichtig klonk na het daverende applaus opnieuw wat boe-geroep en iemand van de organisatie kwam het podium op en vertelde dat we nog niet moesten weggaan.

Wat er backstage allemaal is geregeld, is mij onbekend. Na ruim tien minuten kwamen onze muzikale helden toch weer op en in drie kwartier speelden ze een vlammende set. Bijna alle songs van die nieuwe plaat denderden uit de boxen en ook nog wat hoogtepunten van het 't jaar daarvoor verschenen debuut 'My Aim Is True'. We sprongen en dansten door de zaal. Alle nummers buitelden over elkaar heen, er werd door de bebrilde zanger geen woord tot het publiek gericht. Wij waren immers Nederlanders, stennistrappers en biergooiers. Inmiddels was ons vriendenclubje waarmee we naar het concert waren gekomen door de hectiek in de immens grote zaal flink uit elkaar geslagen. Het staat me niet meer bij met wie ik op die warme avond in juni nog het café ben ingedoken.

De volgende dag ging vroeg in de middag bij mij de deurbel. Het was mijn vriend Gijs. En hij had een plastic tasje in zijn hand. Gijs was mee geweest naar het concert en na afloop in café Het Pakhuis beland. Daar was ik in ieder geval niet geweest die avond. Achteraf wel jammer, want Gijs vertelde dat hij daar de mannen van The Attractions had ontmoet - zonder Elvis Costello, die was rechtstreeks van de Evenementenhal naar zijn hotel gegaan. Gijs had gezellig met ze staan kletsen. Sterker nog, Gijs was in het gezelschap van zijn jongere zusje Plien en die had zowaar sjans gekregen met Pete Thomas, de drummer van The Attractions. Van sjansen was zoenen gekomen en dit leidde tot de invitatie van de drummer aan Plien om mee te gaan naar het hotel. Plien was 17 jaar en al een vroegrijpe spring in 't veld. Dit maakte dat de oudere broer wat vaderlijke instincten ging vertonen en besloot mee te gaan naar het hotel. Ongetwijfeld was dit een ongemakkelijke situatie. Over hoe ver de kortstondige romance van Plien en de drummer is gegaan, daarover verschillen de verhalen.

Gijs stond mij dus te vertellen van het nachtelijke avontuur, nog steeds met die plastic tas in zijn hand. Toen hij klaar was met zijn verhaal, haalde hij een overhemd uit de tas die nog in de fabrieksfolie verpakt zat. 'Alsjeblieft', zegt hij, 'jij bent zo'n grote fan van die man dus ik denk dat jij wel een overhemd van Elvis Costello wilt hebben'. Ik stond paf. Hoezo dit nou weer? Gijs was in mijn vriendenkring altijd al degene met kleptomane neigingen. Ik heb bij hem thuis menig karbonaadje verorberd die bij supermarkt Fred van der Werff op onrechtmatige wijze van eigenaar was gewisseld. Als ik een goedkoop sjekkie draaide, kwam Gijs op de proppen met een dure sigaret. 'Gepikt', zei hij dan. 'Rook maar lekker op'. En de avond ervoor was hij dus als chaperon van zijn zusje Plien op de hotelkamer beland, die de drummer van de band deelde met Elvis Costello. Die had daar niets van gemerkt, vertelde Gijs. Die lag in diepe slaap op bed met zijn kleren nog aan. Op het voeteneind had Gijs het overhemd zien liggen en bij vertrek uit de hotelkamer had hij het gegapt.

Ik zat inmiddels met de hele situatie in mijn maag. Wat een lage streek vond ik dat, een overhemd jatten van een slapende man. Maar Gijs haalde het kledingstuk uit de folie en beval mij het bovenlijf te ontkleden. Ik moest en zou het overhemd van Elvis Costello aantrekken. Dat heb ik gedaan. Het zat wat krap. Maar dat was niet de reden waarom ik het meteen nadat Gijs weer was vertrokken weer heb uitgedaan. Ik vond het gewoon gênant. Zou Elvis Costello wel een schoon shirt hebben, als hij 's avonds weer elders zou gaan optreden? Wekenlang heb ik ermee gezeten of en hoe ik het overhemd zou moeten of kunnen terugbezorgen. Uiteindelijk sleet de schaamte en belandde het ergens achter in de kledingkast. Een poosje geleden kwam ik het overhemd weer tegen. Nog steeds achter in een kast, inmiddels vier woonhuizen verder. Een zandkleurig hemd van niet al te prettig voelende stof. Ik zal het nooit meer passen, daarvoor ben ik te uitgedijd. Als ik recente foto's van Elvis Costello zie, denk ik dat ook hij er niet meer in past. Maar weggooien doe ik het ook niet. Het zal wel voor altijd achter in een kledingkast blijven liggen als tastbare herinnering aan een bizar concert, aan de avonturen van Plien en aan de vriendschap met Gijs, van wie ik in de loop der jaren behoorlijk vervreemd ben geraakt.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

José Cutileiro (Lissabon, 1959 - Groningen, 2020). Inktkoelie. Speelde sinds 1980 in vele bands die het net niet gemaakt hebben. Ambieerde als schrijver dat ‘net niet’ te laten vallen. Mede-initiatiefnemer van Dwarsstraat.