Huizinge, 16 augustus 2017
leestijd: 3 min

Er zijn mensen met koffers, mensen met rugzakken. Met spandoeken, met Groningse vlaggen. Er is een man met een T-shirt waarop Sons of Grunn staat, en dat hij veur de duvel nait bang is. Iemand duwt een kruiwagen vol verhuisdozen.

Waar ze vijf jaar geleden waren op deze datum? Ze weten het nog precies. Ze gingen net naar bed of nog lang niet, hadden de kinderen voorgelezen, gekust, ingestopt, ze trokken een zak chips open of smeerden een toastje, keken televisie of hieven een glaasje op het einde van de zomer, in de tuin, onder de pruimenboom. De dag was warm en broeierig geweest, de avond volgde zwoel. Loom, sloom, zomers.

De knal was hard en zonder genade.

Gerinkel van glazen, kopjes in de kast. Slingerende lampen, blaffende honden. En die doodse stilte in de seconden die volgden. Snel, naar boven: zijn de kinderen veilig? En daarna naar buiten, in pyjama, op blote voeten, of juist niet, compleet overvallen, in elk geval, en tegelijkertijd ook weer niet.

Er zijn verschillende soorten angst. Er is snelle, acute angst, voor snelle, acute gevaren. Angst die je ineens bespringt, de bloeddruk laat stijgen, het hart naar de keel stuurt.

Er is ook angst die je bekruipt, voor onheil dat je bekruipt. Angst die onder je huid, in je bloed gaat zitten, zich in je botten nestelt. Die zich opbouwt, door het steeds weer, door het keer op keer op keer, door het weten dát, maar het nooit weten wanneer. Angst die maakt dat je je waardevolle spullen bij elkaar zet, want misschien wel vannacht. Angst die maakt dat je slaapt met je schoenen aan, want misschien wel vannacht. Angst die maakt dat je helemáál niet meer slaapt. Want misschien wel vannacht.

Sluimerangst.

Vijf jaar later trekt de karavaan over het pad, twee kilometer naar Huizinge, waar toen het epicentrum lag, om stil te staan bij de monumentale boerderij, het horecapand dat al maanden dicht is wegens te onveilig. Houten balken spalken het pand.

Een stuttenstaketsel.

De avond valt, de lucht is rood, vol drama. Het Hogeland is leeg, weids, een kerktoren in de verte. De Groningers trekken voorbij. Geen lawaai, zei de organisatie, en dus lopen ze hier, in stilte, met hun koffers, als symbool voor de ontheemdheid die ze voelen. Aardbevingsvluchtelingen op weg naar wie, naar wat?

Niet alle Huizingers lopen mee. Er is verdeeldheid in het dorp, er zijn mensen die de aandacht niet op de beving - de zwaarste tot nu toe - willen vestigen. Er zijn mensen die niet van demonstreren houden, die er niet in geloven. Die murw zijn, moe, somber, of bang om de autoriteiten boos te maken. Bij hondentrimsalon 't Trimhoekje zit een pluchen hond op de bank, type Samson van Samson en Gert. De karavaan komt voorbij, de hondentrimster schuift snel - gegeneerd? geërgerd? - de gordijnen dicht. Ook achter andere ramen brandt licht, de wandelaars kijken naar binnen, stoten elkaar aan, vinden er het hunne van.

De tocht passeert panden in variërende staat van aftakeling.

Bij Melkema worden speeches gehouden, een gedicht voorgedragen, een trompettist speelt 'Waarheen leidt de weg?'. Het Gronings volkslied klinkt, drie coupletten maar liefst, en om half elf, als het exact vijf jaar geleden is, klinken de klokken.

Dan gaat iedereen weer zijns weegs, niet in colonne zoals bij aanvang, maar elk op zijn eigen moment, met zaklampen de duistere nacht in.

In de stilte klinkt een eenzame rolkofferroffel.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Karin Sitalsing (Veghel, 1976) is freelancejournalist (o.a. voor Trouw) en schrijft daarnaast literaire non-fictie. Haar boek 'Boeroes - een familiegeschiedenis van witte Surinamers' (uitgeverij AtlasContact) werd in 2018 verkozen tot beste Groninger Boek. Foto: Corné Sparidaens.