Rescue me
leestijd: 3 min

Koud was het. Kou waar je een hekel aan kunt hebben. Kou die blijft en ervoor zorgt dat je niet meer warm wordt. Zo'n kou moet het geweest zijn begin 1987. Mijn gaskachel had het lang vol gehouden en aan de ijsbloemen op het raam in de nis van mijn kamer was ik gewend geraakt. Maar toen het vlammetje in die groene gaskachel uitwoei en het vertikte weer aan te gaan, werd het me zwaar te moede. Wat nu? Medestudenten, eerstejaars, waren allemaal van het type 'in-het-weekend-ben-ik-bij-mijn-oude-vriendenclub' en met zater- en zondag bijna voor de deur, maar geen zin om af te reizen naar 't ouderlijk huis of anderszins eropuit te gaan, zat ik in dip.

Aan de trap- en wc-doorspoel-geluiden te horen waren de medebewoonsters van Nieuwe Bleekerstraat 13a allemaal vertrokken. Of toch niet? Ik wilde iemand gaan bellen en zocht in de buurt van het schrift waarin eenieder haar tikken noteerde, (of niet; de vergeten tikken deelden we met z'n vijven, dus dat was nog wel te doen) naar het enorme verlengsnoer om de telefoon mee naar boven te nemen, toen de voordeur openging met het mij bekende klem-zit-geluid en Trees naar boven kwam.

'Hoe is 't?' We raakten aan de praat in haar kamer, al waar ik klappertandend aan tafel ging zitten en dat terwijl het oranjerood van haar kachel flink zichtbaar en hoorbaar. Haar kamer was de grootste, hoogste en lag, in tegenstelling tot de mijne, aan de achterkant van het huis, daar waar de oostenwind geen vat kreeg op de kieren. Trees zette thee, of bamboekoffie, of iets anders warms. We zaten wat te kletsen en zij vertelde me dat ze waarschijnlijk naar Den Haag zou verhuizen, zich bij de Bhagwan aansluiten en een andere naam krijgen. Dat ik dat jammer vond, kon ik niet eens laten blijken, ik had het alleen maar koud en voelde me ongelukkig, rillerig.

Toen kreeg Trees een idee: 'We sjouwen gewoon je matras naar beneden en dan slaap je vannacht hier.' Een aardig plan, maar ik moest toch ook nog van die kou in mijn lijf af. Een nog beter plan - er was immers niemand thuis - was de blaster op tien! Gelukkig geen bhagwanese muziek, maar gewoon Michael Jackson, Peter Gabriel, Talking Heads en daar gingen we de kamer door! Swingen dat we deden; als warm water stroomde 't zweet over onze, inmiddels slechts door hempjes omhulde lijven. Het leek wel topsport, zo'n anderhalf uur lang. Dikke lol ook. Dat er door te bewegen endorfine in je hersens vrijkomt wat je een gelukzalig gevoel geeft, wist ik toen nog niet, maar ik knapte daar in die kamer in een mum van tijd op.

Een paar maand later ging Trees haar vriend met de oranjerode kleding achterna en liet alleen haar gezicht op een paar oude foto's achter. Helaas.

Later, in de beginjaren van the Brothel Brothers and the Maradonas, waren 't zingen en dansen tijdens optredens te vergelijken met woelige work-outs, maar, hoe vermoeid na afloop ook, dat goede gevoel na gigs was me dat wel waard. Geen angst meer om het koud te krijgen. Als kou me nu in die andere betekenis van het woord belemmert warm te worden, gaat er muziek aan, om de innerlijke verwarming weer op te krikken. En onlangs, toen die hele crisis me ontzettend gestolen kon worden, hervond ik Fontella Bass's 'Rescue me', kon niet stil blijven zitten en werd weer behaaglijk warm. Ook al speelden we 't nummer nooit, ik dagdroomde erover dit te spelen met de BB&M's en zag in gedachten vooral een mooie rol weggelegd voor de bassist.... Afijn, luister (en zie het) zelf maar (voor je).

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Marieke Jonker (Bovensmilde, 1966) groeide op in Friesland – woont in Groningen sinds 1985. Docent, stemacteur, percussionist, zangeres, graag op pad. Dubbelvla? Schudden voor gebruik!