Rode kool en kruimige aardappelen
leestijd: 2 min

Een van de lekkerste maaltijden uit mijn jeugd was de rode kool van mijn Nederlandse oma in Groningen. Geen idee wat ze er allemaal in deed. Suiker, wijn, azijn, rozijnen, krenten, kruidnagel? Ik weet het echt niet meer. Maar het was heerlijk. 
We kregen er kruimige aardappels bij en natuurlijk een stukje vlees en jus en appelmoes. Ook de appelmoes maakte mijn oma zelf. Ze bewaarde het in wekflessen in haar voorraadkast, achterin de keuken, in haar appartement aan de Professor Wiersmastraat te Groningen, recht tegenover het slachthuis. 
Patat en pannenkoeken vond ik ook heerlijk in die jaren - nog steeds eigenlijk - maar de rode kool van mijn oma stond destijds hoog op mijn lijstje van favoriete maaltijden. De pest was dat we het alleen maar voorgeschoteld kregen als heel gezin. Dus met mijn broertje, met mijn moeder en helaas ook met mijn Nederlandse vader. 
Aangezien mijn oom als student aan de Groninger universiteit nog steeds bij mijn oma in huis woonde, at die ook mee. Mijn oom was een flinke jongeman in die jaren en hij had een stevige trek, net zoals zijn oudere broer, mijn vader. 

Bij mijn oma aten we altijd warm rond het middaguur. Daartoe verzamelden we ons aan de eettafel in de voorkamer. Mijn vader nam dan plaats aan de muur, waar de ronde tafel tegenaan stond. Daarnaast ging mijn oom zitten, vervolgens mijn moeder, ikzelf, mijn broertje en dan pas schoof mijn oma aan.
Nou was het niet zo dat we allemaal gelijktijdig mochten opscheppen. Zo zat de wereld niet in elkaar. In elk geval niet in de jaren zestig bij mijn Nederlandse familie. Bij ons deelde mijn oma twee opscheplepels uit, eentje voor de rode kool en eentje voor de aardappels. Die twee lepels gingen aan de neuzen van mij en mijn broertje voorbij. Die twee lepels gingen ook aan de neuzen van mijn moeder en mijn oom voorbij. Mijn oma deelde beide lepels als eerste uit aan mijn vader. Die was natuurlijk ook de oudste man in huis, sinds mijn Nederlandse opa in 1959 - op de huwelijksdag van mijn ouders - was overleden.
Mijn vader nam de lepels als vanzelfsprekend aan en schoof eerst de schaal met aardappels naar zich toe. Met de brede, ronde opscheplepel vulde hij zijn porseleinen bord met een flink stel aardappels, die hij eerst met zijn vork prakte, waarna hij er opnieuw een grote serie aardappels bij op deed. Ook deze werden geprakt. Al waren we eraan gewend dat het er bij mijn oma zo toeging, telkens weer zagen mijn broertje en ik dit vol afgrijzen aan. In zijn eentje had mijn vader zich immers al de halve schaal aardappels toegeëigend, nog voordat er gegeten kon worden.
Met de rode kool was het hetzelfde verhaal.

Mijn vader was een grote, dikke man en natuurlijk had hij een stevige trek, maar bij ons thuis in Delfzijl - waar mijn moeder de scepter zwaaide - werd het eten veel eerlijker verdeeld dan bij mijn oma. Daar zorgde mijn moeder wel voor.
Maar bij mijn oma golden andere regels en eentje daarvan was dat de oudste man in huis bij het eten net zoveel mocht opscheppen als dat hij zelf wenste. Mijn vader ging dan ook graag en veelvuldig op bezoek bij zijn moeder.
Nou was het niet zo dat die regel alleen maar voor de oudste man in huis gold. Het was ook van toepassing op de navolgende mannen, maar dan in aflopende orde van leeftijd. 
Dus nu was het aan mijn oom om op te scheppen. Vanzelfsprekend viel hem, na zo lang de jongste te zijn geweest, niets kwalijk te nemen maar ook nu zagen mijn broertje en ik met lede ogen toe hoe mijn oom dan wel niet de helft van al het eten op zijn bord schoof - zoals mijn vader rücksichtslos gedaan had - maar het is zeker niet overdreven te stellen dat er nadien hooguit een kwart van het oorspronkelijke eten overbleef voor de laatste vier deelnemers aan deze maaltijd.
Teleurgesteld staarden mijn broertje en ik naar de steeds minder gevulde schalen op de eettafel. Ik met iets minder grote ogen dan mijn ruim anderhalf jaar jongere broertje.  

Toen het volgens mijn oma - en mijzelf - mijn beurt was om op te scheppen, greep mijn moeder in. Ze nam de opscheplepels over van mijn oom en vulde de bordjes van mij en mijn broertje met evenredige porties. Wat haar betrof bestond er tussen mijn broertje en ik geen enkel verschil en hadden wij tweetjes evenveel rechten. Dus ook op een even grote portie aan heerlijke rode kool van mijn oma en lekkere, kruimige aardappels.
Mijn moeder had werkelijk niet veel gepakt om onze bordjes te vullen, maar toch waren de schalen nu bijna leeg. Terwijl mijn vader onbekommerd begon te schransen en mijn oom de halve juskom leeggoot over zijn bord, staarde mijn moeder naar de twee resterende aardappels in de schaal. Even leek ze zich te bedenken, maar toen keek ze ineens mijn oma venijnig aan en schepte beide aardappels op haar bord. Zonder blikken of blozen vulde mijn moeder haar bord ook nog eens aan met de laatste rode kool, zodat er voor mijn oma niets over bleef.
Die zag dit gedrag van haar Engelse schoondochter met een zuinig mondje aan, stond toen op van tafel en zei dat ze in de keuken een sigaretje ging roken. 

Waarop mijn vader mijn oma nariep nog wat extra eten op te halen want hij had nou al zin in een tweede portie.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Bill Mensema (Delfzijl, 1960). Halve Nederlander, halve Engelsman, halve Australiër, computerprogrammeur, radiomaker, striptekenaar, rocker, naaktmodel, notulist, taxichauffeur, copywriter, columnist, maar vooral schrijver.