Wat doen we met de Chinees
leestijd: 4 min

'Wat doen we met de Chinees?' vraagt Bernhard.
Van Bernhard kun je alles verwachten. Nu heeft hij het weer over een Chinees.
'Welke Chinees?' vraag ik, 'Gaan we chinees eten?'
'Ik maak geen grapjes.'
'Sorry. Ik heb geen idee waarover je het hebt.'

Bernhard, op de toon van iemand die het nog één keer uitlegt, terwijl dit toch echt de eerste keer is dat hij het ter sprake brengt: 'Er worden blijkbaar journalisten gevangengezet in China. Daar wordt een actie voor op touw gezet. Onder andere met hulp van Human Rights Watch. Als we bij onze absurdistische poëzieclub daar wat aandacht aan besteden kunnen we wat geld krijgen.'
Bernhard heeft zijn eigen manier om over concrete zaken te spreken. In plaats van 'vier en dertig Chinese journalisten' zegt hij 'De Chinees', en dat moet ik dan maar begrijpen.
Ik voel me een beetje misselijk.

We zitten in de Douwe Egberts van Utrecht. Ooit was het een gezellig familiebedrijfje met matige koffie en een glimlach, maar nu is het een Douwe Egberts. Het is het jaar dat bedrijfsconcepten conceptbedrijven worden.
Ik heb de de dag ervoor ruzie gemaakt met mijn vrouw.
'Het gaat heel slecht in Japan,' heeft ze gezegd.
'Nou en?' had ik willen zeggen. Ik had het langs me heen willen laten gaan, het hele wereldgebeuren. Japan wordt getroffen door een tsunami. We zagen op televisie een filmpje van de laatste seconden van een hond die de longen uit zijn lijf rende, vlak voordat hij door een enorme moddergolf werd overspoeld.
Alles gaat de verkeerde kant op.
Generaal Khadaffi, verloren gewaand, zit nu ineens weer stevig in het zadel. Trots spreekt hij zijn trouwe volgelingen toe. Egypte heeft in grote politieke handelingen, die later bekend zullen staan als de Arabische Lente, zijn dictator weggestuurd, maar is nu stuurloos omdat er niemand is om het machtsvacuüm te treden.

'Die kerncentrale in Japan houdt het niet,' zei mijn vrouw.
'Ik wil dit niet meer weten,' heb ik geroepen. 'Ik wil me verdomme geen zorgen meer maken. Zo wil ik niet met de dingen omgaan!'
'Hoe wil je dan met de dingen omgaan?'
'Niet door voortdurend in de treurstand te vervallen. Treurnis is zo onproductief.'
'Wat wil je dan?'
'Ik ken die mensen niet eens. Ik kan alleen iets met mensen die ik ken. Ik kan het lijden van iedereen niet aan. Het is onbegonnen werk. Bijvoorbeeld dit al: Als je je het lijden van één groep personen aantrekt, is het onmenselijk oneerlijk tegenover alle anderen die óók lijden! Als ik me inlaat met alle lijden in de wereld hebben ze mij als slachtoffer erbij! Waarom val je me altijd lastig met deze treurverhalen?'
'Ik kan niet anders,' heeft mijn vrouw gezegd, 'zo zit ik nu eenmaal in elkaar.'
Bij het afrekenen kom ik erachter dat koffie van een conceptbedrijf stukken duurder is dan dezelfde koffie van een bedrijfsconcept.

Vanochtend vroeg op de radio vraagt een journalist aan de uit Iran afkomstige schrijver Kader Abdolah of de veelbelovende Arabische Lente niet als verloren moet worden beschouwd. Dat de vrolijke opstanden zelfs een negatief effect hebben.
'Maak je niet druk,' antwoordde Kader Abdolah, 'Dingen gaan altijd anders dan je denkt.'
Dat is ook weer waar. Na die vreselijke President Bush hebben we toch maar mooi Obama. Wat de toekomst ook moge brengen, het zal slecht gaan met de dictaturen. Het volk laat zich niet langer dom houden. De wereld verandert, en gelukkig ook ten goede.

'We doen iets met een Chinees,' zeg ik plompverloren tegen Bernhard, 'en we strijken onze vijftig euro op.' Met absurdistische poëzie kun je alle kanten op.
Als we naar buiten lopen voel ik een snuifje voorjaar.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Jan Veldman (Doodstil, 1959). Theaterauteur, liedjesbakker, podiumbeest. Bier, jenever, zware shag. Leugenaar. Woonachtig in het westen des lands.