Wat heb jij toch met... ogen, kijken, zien?
leestijd: 2 min

Okee, daar gingen we dan, Jannie en ik, op weg naar de Oosterpoort in Grunn, een concert van Laurie Anderson. Een vooruitzicht vol verheugendheid! Volgens mij was het nog niet zo lang geleden dat ik het mij betoverende 'O Superman' gehoord had, dus.....

Het concert was 'anders', ik herinner me dat er, behalve twee achtergrondzangers, niemand anders dan Laurie en videokunst op het podium was. Tijdens een song bewogen de beide zangers cricketbats fluks heen en weer en op het daardoor ontstane witte vlak werden beelden geprojecteerd, En ja, ach, ook het vervreemdende effect van Laurie die haar arm boog, als wilde ze haar spierballen tonen, de arm vervolgens weer naar beneden deed, maar... de schaduw van de gebogen arm bleef! En ja, haar vioolspel: op de strijkstok zat niet de te doen gebruikelijke beharing, maar een tape waarmee ze een stem liet horen! Maar goed; op een gegeven moment komt Laurie, al tape-viool spelend naar voren, naar waar ik zit, ze gaat op een knie zitten en kijkt me in de ogen, poe, een erg dichtbij, een aangenaam dichtbij. Jannie vroeg later of ik gezien had dat ze me aankeek, nou, zeg dat wel, zei ik.

Ik had weer eens een verjaardag ondergaan. Toenmalige vriendin en haar dochter besloten mij een concert van R.E.M. cadeau te doen, het was ten tijde van 'Losing my religion'. Op het podium weinig; een paar tl-buizen, die kleurrijk lichtten. Ik stond achteraan, rookte een jointje en zag de hardcore-fans hopsend, hupsend en meeblèrend naar het podium dringen. Toen dus voornoemde hit kwam, steeg er een immens gejuich op en mobieltjes werden in de lucht gehouden om beelden te sturen naar de mensen thuis.

Ik had genoten, R.E.M. is toch wel een band die me weet te raken. Maar goed, stiefdochterlief besloot dat het nog niet voorbij was: er moesten handtekeningen van de band komen op het entreebewijs. Zij wist waar de band het pand zou verlaten, pasgeleden was ze naar een concert van Tori Amos geweest en gezien waar die in de tourbus stapte, daar zou de band dus ook tevoorschijn komen. Okee, wij derwaarts, niet als enigen, er waren meer mensen. Er gebeurde eerst niets en toen kwam er een, zeg maar, taxi die welhaast aan de muur, voor een deur, parkeerde en opeens: gejuich, weer dat immense en ja hoor, daar kwamen ze een voor een, dus stiefdochterlief spoedde zich erheen en scoorde, naar ik me meen te herinneren, handtekeningen van Peter Buck, Mike Mills en tot slot Michael Stipe.

Ik zat op een Amsterdammertje, zo'n bekruist paaltje en zag het allemaal aan. Ik was er niet bij, ik hoorde het later; Michael Stipe vroeg, wijzend naar mij, 'who's that guy?', 'that's my dad', 'mmm' en vervolgens hingen Michael en ik, middels onze ogen, in elkaars blikveld voor een wijle, na- en indrukkelijk.

Dat soort zaken heb ik met ogen, die kijken en zien.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Egbert Hovenkamp II (Eext, 1953) is taalwever, terplekkepoeet, podiummens, die thuis is in Drenthe. Foto: Sake Elzinga.