Che en de stadsschouwburg
leestijd: 5 min

Na zijn tijd als wethouder Cultuur van de stad Groningen zwerft Jaap Dijkstra drie maanden door Zuid-Amerika. Hij vertelt er in vijf delen over op Dwarsstraat.

deel 2: Corrientes, Argentinië

De prachtige kop van Che hing jarenlang op mijn slaapkamer van het ouderlijk huis in Wildervank. Hij keek toe terwijl ik als puber mijn huiswerk zat te maken. Overigens niet mijn favoriete bezigheid in die dagen. De conrector van het Winkler Prins Lyceum blafte me ooit toe vanwege een historisch groot aantal onvoldoendes, dat ik de zwarte bladzijde was in de geschiedenis van de Veendammer HBS.

Naast Che hing de prachtige affiche van het melkmeisje van de PSP. Ontwapenend bloot en goed geproportioneerd. Meer iets om naar te kijken voor het slapen gaan. Wat me trouwens tegenstond aan de affiche waren de starende en uit de kluiten gewassen koeien en al dat groen. Waarschijnlijk de oorzaak dat ik uiteindelijk maar sociaaldemocraat ben geworden.

Corrientes, de geboorteplaats van Che, heeft alles om vrolijk van te worden. Het is fantastisch weer. Ik kijk uit mijn hotelkamer over een mooie brede boulevard naar de Rio... nog wat. Op de stenen banken onder de palmen zitten oudjes te babbelen en verliefde stelletjes te roerbakken in de zon. Een vrachtschip vaart voorbij, er wordt gezeild en aan de waterkant wordt vredig gevist. De stad heeft een eigen levendige Herestraat, historische plaza's en vooral... heel veel jongeren. Elegant en smaakvol gekleed met haar en ogen in alle mogelijke zwartbruine tinten waarbij de vorm van gezicht en lichaamsbouw: breed of smal, de etnische afkomst verraden. Groningen aan de Rio, een vertrouwd gevoel.

Ik loop in het centrum langs het geheel roze Provinciehuis en raak onder de indruk van een in Spaanse koloniale stijl opgetrokken gebouw: de stadsschouwburg. Ga naar binnen en word begroet door een medewerker die me vraagt wat hij voor me kan doen. Verrast door het accentloze Engels, een zeldzaamheid in deze contreien, en zo veel gastvrijheid zeg ik dat ik graag het gebouw van binnen wil bekijken. Onmiddellijk troont hij me mee naar de grote theaterzaal. Op het verlichte podium wordt druk gerepeteerd door een groep dansers. Het ziet er professioneel uit en de dansmuziek is prachtig. Marcello doet de lichten van de grote zaal aan zodat ik haar in volle glorie kan aanschouwen en zie dat de zaal veel weg heeft van onze eigen stadsschouwburg. Ook hier loges, fraai gedecoreerde balkonnetjes, de rood pluche stoelen, de pilaren, sierlijk en niet al te barok. Plotseling gaat hij voor me staan, kijkt me op neuslengte indringend aan en vraagt: "And what do you think of the painting on el plafond?" Ik kijk omhoog en zie in de koepel van de zaal een collage van, in soms felle dan weer in zachte pasteltinten geschilderde taferelen: een groepje indianen, conquistadores in vol ornaat en dansende Argentijnen. De plaatselijke Michelangelo heeft zich, zo te oordelen, in een wat primitieve en houterige stijl behoorlijk uitgeleefd op de cultuurgeschiedenis van Argentinië. Marcello kijkt me enigszins gespannen aan, verlangend naar een verlossend woord. Om mezelf niet te verloochenen begin ik met: "It seems to me a bit overdone". Marcello begint heftig te knikken en daardoor aangemoedigd zeg ik in één vloeiende volzin: "It would be better off in el bano of the museum for Argentinean history". Ik schrik van mezelf waarom had ik verdomme 'bano' gezegd. Onze schouwburgmedewerker echter maakt welhaast een vreugdesprong en roept: 'In the bano exactly, it is shit, shit, shit'.

Mijn opluchting is groot. Marcello gooit ondertussen alle remmen los en in onnavolgbaar staccato Engels zegt ie dat hij al vijf jaar geleden zijn grote ongenoegen over het ontwerp tegen de directeur had uitgesproken. En dat ie geadviseerd had om het plafond in oude luister te herstellen met de oorspronkelijke schildering. Dat er nog onlangs een Italiaanse architect op bezoek is geweest die het ook helemaal bagger vond. Het is duidelijk hier staat een man die gefrustreerd, boos en verdrietig is over wat zijn theater is aangedaan. Kortom tijd voor wat troostrijke woorden.

Ik vertel hem over onze 125 jaar oude Groningse 'Grande Dame' waar een plafondschildering werd aangebracht waar je spontaan de tranen van in de ogen springen. Een schandvlek in 'el historico cultural' de Groningen. Marcello hangt aan mijn lippen dus ik gooi er een schep bovenop door te zeggen dat veel Groningers uitsluitend onder het overdekte gedeelte van de schouwburgzaal willen zitten om maar niet geconfronteerd te worden met het prutswerk op het plafond. Ik geef flink gas en mijn cultuurbroeder lijkt langzamerhand uit zijn heftig opspelende existentiële neurose weg te raken. Blijkbaar lopen er op deze aardbol meer barbaren rond die een prachtig theater kunnen verkloten. Een hele geruststelling. Op zijn kantoortje drinken we een goed glas wijn. Ik overweeg of ik het verhaal over de vloerbedekking in de schouwburg moet vertellen die bijna de kop hadden gekost van directeur en wethouder maar denk: voor vandaag is het wel mooi geweest. Je kunt ook overdrijven. Voor zondagavond krijg ik een uitnodiging om naar de dansvoorstelling te komen kijken. Dat moet lukken en misschien kijkt Che wel mee... niet naar het plafond natuurlijk.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Jaap Dijkstra (Muntendam, 1954). Barkeeper, bouwvakker, politicus, wethouder, reiziger. Jaap komt nogal eens ergens en vertelt daar graag en uitgebreid over.