Wolfheze
leestijd: 3 min

Ik was in Wolfheze, een dorp op de Veluwe. Omdat ik altijd denk dat het kloppend hart, de ziel van een gemeenschap, te vinden is in het café of in de cafetaria en omdat ik honger had, ging ik naar de cafetaria in het oude witte stationsgebouw. Terwijl ik patat at, kwam er een wankele vrouw dicht bij me staan. De kleur was uit haar haar gegroeid, ze had om de rechterpols vier meisjeskettinkjes en droeg een zware bril. Ze bestelde zwaar vloekend een kroket. Met kippenogen keek ze hoe ik mijn patat opat en zei: 'Nou, u weet er ook weg mee!'

Ik kocht nog een cola en besloot die op te drinken bij een soort dorpsbankje tegenover de patatterie. Daar zat een ongeschoren man van mijn leeftijd. Hij had een geel gezicht en zat een pijp te roken en met een stompje potlood aantekeningen in een schriftje te maken. Een minuscuul handschrift. Het speet me dat ik niet kon lezen wat er stond. 'Dat is een mooie motor,' zei hij, 'hoeveel pk?' '67,' zei ik, 'vroeger rookte ik ook pijp.' 'Aha,' zei de man. Hij had een welluidende, beschaafde stem en keek vrolijk. Maar er was iets in zijn ogen. 'In 1981 ben ik gestopt met vlees eten en begonnen met pijp roken. Het bevalt heel goed.'

Het kroketvrouwtje kwam aan de andere kant naast mij zitten. 'Godverdomme,'zei ze, 'als hij nou voor me zou staan, hier, nu, dan vilde ik hem.' Ze begon te zingen. 'Tinus op de Norton en Bertus op de BSA, oehoeoehoe.' Ze porde me in mijn zij, ik moest meezingen. Achter ons wandelde een dame met een hond in het perkje. 'Godverdomme, ga weg met die vieze hond hier!' schreeuwde ze. De dame beende schielijk weg. 'Wat voor pijptabak rookte je,' vroeg de man. 'Neptune,' zei ik, 'lekkere tabak.' 'Jij bent wel stoer hè,' zei de vrouw. 'Heb je ook wel eens een slappe?' Ik nam de laatste slok cola. 'Ik zit hier al 40 jaar vast,' zei ze opeens op vertrouwelijke toon. 'Ze zeggen dat ik me als een slet gedraag. Vroeger gingen we met hoofdzuster Kaat wandelen bij Planken Wambuis. Daar waren hekken omheen, daarom.' Ze richtte zich tot de pijproker. 'Kende je die: Kaat met de kale kut?' 'Nee,' zei hij schalks, 'wel Kaat Roggepoep. Heerlijk helder Heineken!'

Ik groette ze. De vrouw gaf me een hand vol kapotgeknepen kroket. Ik liep naar mijn motor. Uit de verte schreeuwde de vrouw. 'Je bent een vrolijke rebel! De groeten!'

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Paul Abels (Lonneker, 1958) is AFdH Uitgever en was eerder leraar Nederlands, antiquaar, jazzplatenhandelaar, galeriehouder, copywriter, journalist.