Hooligan
leestijd: 2 min

Hij heet Tiddo. Hij vertelt me dat hij al dertig jaar tot de harde kern van de Z-side van FC Groningen behoort. Hij haat FC Twente: 'Lafbekken. Altijd wapens erbij halen' en ook Ajax: 'Joden'. Hij is een vriend van Feijenoord: 'Die jongens zijn tof. Die zijn net als wij. Alleen zelfverdediging.'

Ik denk dat hij zijn ontremde fanatisme bewaart voor zondags op de tribune in de Euroborg. Zoals keurige accountants in het weekend volledig doorgesnoven uit de bocht vliegen in de parenclub (paarclub), maar 's maandags met niets anders bezig zijn dan de jaarcijfers van de geachte clientèle. Dat is bij Tiddo niet het geval, merk ik, als ik hem 's zondags ontmoet op het terras voor De Drie Gezusters. Hij blijkt een jongen die 24/7 op scherp staat.
'Godverdomme man, dat was heftig gisteren,' zegt hij. 
Ik kijk hem vragend aan. 
'Ja, lopen ze daar te schreeuwen in de Poelestraat. In het Marokkaans. Met een blik bier in de klauwen!' 
Ik vraag wie.
'Die mocro's. Gusteroavnd.'
Ik vraag of hij er last van had.
'Nou ja last, nee, gain last maar ze kinnen toch wel gewoon Nederlands proaten? Ik werd giftig. Ik had niks gedronken of zo maar ze deden net of de stad van hunnie was ja. Godverdomme, dacht ik. Dit is mijn stad. Heb ik gelijk of niet?'
Ik opper dat de stad misschien van alle Groningers is.
'Zal wel ja, maar niet van zulke schreeuwers. Pochers! Bloazers!'
'O zó,' zeg ik laf.
'Ik kon dat niet laten gaan ja. Dus ik neem een aanloop en met een mooie high kick trap ik de dikste schreeuwerd zo het blik bier uit de klauwen.'
'Nee toch,' zeg ik, net zo laf.
'Zekers wel. Kerel, wat werden ze mij toen ineens fel. Ik moest hard wegrennen. Om reden dat ze me dood hebben wolden. Om de hoek, in de Peperstraat, heeft mijn vriend een shoarmazaak. Daar schoot ik naar binnen. Hij is ook een buitenlander maar verders een prima jongen. Hij reageerde razendsnel en draaide de deur op slot. Die mocro's stonden te tieren voor de deur. Ze maakten van die bewegings van strot doorsnijden en begonnen tegen de ramen te trappen. Wegwezen hier man, zei mijn vriend. Door de achteruitgang. Ze maken je koud ja!'
'Toen gebeurde er wat geks. Ik werd mij ineens retecool. Het is mijn schuld, dacht ik. Ik moet het dus zelf oplossen. Ik zeg tegen mijn vriend: Doe 's even hier die sleutel.' 
Hij zegt: 'Dat is zelfmoord mien jong!' 
Ik zeg: 'Ik regel dit.' 
Hij zegt: 'Hest ook 'n begroafenisverzekering dèn?' 
Ik zeg: 'Bist 'n bangeschieterd, doe!'

Tiddo steekt rustig een sjekje op. Ik schuif naar het puntje van mijn stoel. Onwillekeurig zoek ik naar sporen van messteken in zijn gezicht, tekenen van botbreuk of op zijn minst een dikke lip. Ik zie niks. Hij vertelt verder, met zijn lijzige Groningse stem. Geen tekenen van posttraumatische stressstoornis. 
'Ik loop naar dat grote roam. Het leek wel het zeeaquarium van Delfzijl. Ze keken me aan met van die vissenogen. Dat is nait  best, dacht ik, maar nou godverdomme ook doorzetten. Dus ik zeg, met de mond tegen de ruit, tegen die vent die ik getrapt had: Heur 's even mien jong, ik doe de deur wel los. Dat praat nét even makkelijker. Hol dan wel even op te trappen tegen die ruuten. Dat doe ik toch ook niet?'
'Ik zag dat ze rustiger werden. Ik doe die deur los en zeg tegen de grootste: Ga nou eerst 's even zitten chef. Wat moakst die nou toch drok? Hij wou beginnen te schreeuwen, maar ik zei: Wat is er d'r nou huilmoal an haand? Niks toch zekers? Wo'st 'n broudje shouarma? En dien moaten ook? Ik betoal. Ik pakte het grote scherpe mes, liet het even blikkeren in het zonlicht en sneed een paar broodjes doormidden. Toen vielen ze stil. Ik zeg: Jongens. Ik heb een fout gemaakt. Maar hoor 's: jullie maken ook veel fouten. Dat weet je zelf maar al te best. Lopen te schreeuwen op straat. En de meisjes na te sissen. En maar rieden op die scooters terwijl gewone mensen werkn. Zo is het toch? Heb ik gelijk of niet? Nou dan. Vreet dat broudje even op. Dan ouwehoern we d'r nait meer ouver.'

Ik kijk hem ongelovig aan. 'Gingen ze daarmee akkoord?'
Tiddo neemt een grote slok bier. 'Net zo makkelijk!'

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Paul Abels (Lonneker, 1958) is AFdH Uitgever en was eerder leraar Nederlands, antiquaar, jazzplatenhandelaar, galeriehouder, copywriter, journalist.