Interview (literatuur)
leestijd: 2 min

Je wiebelt, en staat kaarsrecht. Je ogen zwemmen, en je ziet alles. Dan ben je bij de godfather of new journalism, en dan weet je waar je bent.
Kom maar hier, naar de hotelkamer. Je mag niet met hem fitnessen, je mag niet met hem naar het museum, je mag niks.
Je moet wachten, je moet rondlopen, je moet slecht slapen.
Je bent bijna aan de beurt, eerst nog iemand anders. Je moet denken aan je pak, aan je overhemd, aan je schrijfblok, aan je cassetterecorder.
Dag mevrouw Wolfe. Gaat u even winkelen?
Je vindt dat leuk. Daar gaat haar lift, van twee naar zero.
Je ziet hem, en je kent hem al jaren. Je bent wat van hem. Je weet niet waar je bent. Hou je vast, hou je vast aan wat je nu allemaal weet.
Alle vragen zijn voor niets geweest. Het loopt anders.
Je praat over banden, nieuwe autobanden en universele verbanden. Je ziet hem tekenen, je ziet hem op jouw kladblok tekenen, en je ziet een traag bewegende pen.
Je gaat op de foto. Je gaat samen twee keer op de foto. Je hebt een tekening, een foto en dus ook een verhaal.
Je hebt een cassetterecorder die niks opneemt.
Je hebt alles opgezogen. Je bent in alles een man.
Dat zijn de kale feiten.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

John Schoorl (Haarlem, 1961) is verslaggever van de Volkskrant. Won o.a. De Tegel en Pop Media Prijs. Publiceerde non-fictie en poëzie. Nieuwste boek: 'Buitenstaanders'.