Iets warmers
leestijd: 4 min

Over die keer dat Karel en ik in een bordeel belandden

Dit wordt geen sensationeel verhaal. Karel en ik belandden in een stripclub, er was niets aan en dat was het. Ik wil het alleen opschrijven omdat het anders misschien verloren gaat. Nog nooit heb ik deze anekdote aan iemand verteld, zelfs niet aan Elise, en ik heb Karel er verder ook nooit meer over gehoord. Al neem ik wel aan dat hij het aan Marjan heeft verteld. Ik weet dat hij praktisch alles met haar deelde. Ze hadden een bijzonder hechte relatie. Alles is misschien wat te sterk uitgedrukt. Ik ga er vanuit dat Karel niet over elk toiletbezoek in geuren en kleuren vertelde, hoe de substantie erbij lag, hoe het rook en welke kleur zij had. Maar als ik Karel in vertrouwen nam over om het even welke stommiteit ik nu weer had uitgevreten zei hij altijd: 'Niemand komt het te weten, behalve Marjan.' Daar had ik altijd vrede mee.

Ik (en wellicht dus ook Karel) heb(ben) het nooit aan iemand verteld omdat het verder ook geen interessant, spannend of grappig verhaal is. Het was woensdag 20 april 2016. We hadden een optreden in Perdu te Amsterdam. De datum en plaats weet ik nog zo goed omdat we op tour waren met de Doos van Passage. Die doos (letterlijk) bevatte tien dichtbundels van auteurs uit het fonds van uitgeverij Passage. Karel en ik hadden ook allebei een bundeltje in die doos. Het was een aangename avond. We maakten kennis met de dichter Jan Kal, wat een zeer aimabele man bleek. Een jaar later kwamen we hem weer tegen tijdens het Woord in Ruigoord. Karel herkende hij meteen, maar toen hij mij zag ging er geen enkel belletje rinkelen. Dat effect heb ik nu eenmaal op mensen.

Ook een neef van Karel was aanwezig in Perdu. Ik zag hoe trots hij was dat hij een schrijver in de familie had. Ik meende bij Karel juist een zekere gereserveerdheid te bespeuren. Hij zat niet te wachten op deze familiereünie. Zoals dat wel vaker met ons ging waren wij de laatsten die de toko verlieten. Nou ja, we werden gesommeerd het pand te verlaten. Hoewel het al bijna lente was, was het een koude nacht.
'Ik wil nog wel iets drinken,' zei Karel.
'Wel ergens waar het warmer is,' zei ik.
'Zoek je iets warmers?' vroeg de neef van Karel met een twinkeling in zijn ogen. 'Kom maar mee. Ik weet wel iets.' En weer zag ik de trots bij de neef. Hij mocht zowaar twee schrijvers op sleeptouw nemen door nachtelijk Amsterdam.

Na wat leek op een kruip-door-sluip-door-route kwamen we ergens in een steeg aan bij een gesloten deur waar een uitsmijter voor stond. De neef knikte naar hem en zei dat wij bij hem hoorden. Het was duidelijk dat de neef hier vaker kwam. De uitsmijter opende de deur en wij mochten naar binnen. De inrichting verried direct dat we ons in een stripclub annex bordeel bevonden, maar anders hadden de halfnaakte, dansende vrouwen dat wel verraden. Dat was niet wat ik voor ogen had, toen ik zei dat ik iets warmers wilde.

Een schaars geklede dame kwam op mij af en vroeg of ik zin had in een goede tijd. Verschrikt schudde ik mijn hoofd. Ik had daarbij ook geen cash op zak. Karel nam stoïcijns plaats aan de bar en zei tegen me: 'Ik vind het bier hier wel wat duur.'

Dat was het. Meer is er niet gebeurd en jullie kunnen niets bewijzen. Het kwam bijvoorbeeld niet eens in me op om al was het maar één van die strippers over te halen om weer naar school te gaan om haar studie af te maken. Dat zou ik nog eens een uitdaging vinden.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Daniël Dee (Zuid-Afrika, 1975) is voornamelijk dichter. In 2013-2014 was hij zelfs stadsdichter van Rotterdam. Tegenwoordig schrijft hij ook stiekem proza. Hij bezit alle platen van De Fuckups. Foto: Lenny Oosterwijk