Marnix en Abbey en Elise
leestijd: 2 min

Honderd jaar geleden begon ik nietsvermoedend aan het moeilijkste baantje dat ik ooit gehad heb. Het was ook mijn eerste baantje. Stel je het hotel uit 'The Shining' voor. Maar dan in Ter Apel. Tweehonderd kamers, acht puberbewoners, vier jongens, vier meisjes. Rijkeluiskinderen uit het westen die niet wilden deugen, uit huis geplaatst door hun ouders omdat ze koste wat kost hun middelbareschooldiploma moesten halen. Het was een huiswerkinternaat. Marnix Nazareth begeleidde de kinderen in de exacte vakken, ik in de talen. De directeur van het internaat was ziek of dood, de adjunct-directeur ook, er was alleen een kok aan wie Marnix en ik raad konden vragen bij pedagogische calamiteiten. 'Keihard aanpakken, dat is de enige manier,' zei de kok met een knauwend Gronings accent.

De erotiek zinderde door dat gesticht. Marnix en ik konden het werk nauwelijks aan. Hij slikte de hele dag Valdispert. Een van de meisjes hing haar kanten behaatje altijd aan de deur van haar kamertje, aan de buitenkant. Marnix zei tegen haar dat dat niet mocht, dat demonstratieve behaatje. Hij vroeg waarom ze het deed. 'Voor Pieter,' zei ze, 'die ruikt er 's nachts aan.'

Op zaterdagavond was de treurnis het grootst. De kinderen mochten niet uit. Nazareth en ik zaten bij hen, onder pislicht, in een oudbruine directiekamer met pluchen tafelkleed. We zaten dicht bij elkaar, de stemming was gedrukt. AVRO's Wiekentkwis was op tv. 'Zal ik 's een plaatje opzetten,' zei ik, 'ik heb een nieuwe elpee van Abbey Lincoln.' Elise, het oudste meisje, knikte. Ze was de baas - een geboren leiderstype. Met een lome beweging wees ze een van de jongens dat hij de lampen uit moest doen. Alleen een schemerlampje bleef branden. Abbey Lincoln begon te zingen, lange, slepende, opwindende uithalen, begeleid door de saxofoon van Sonny Rollins. 'I'm in love with a strong man, and he tells me he's wild about me...'

Elise stond op en ging naast Marnix zitten. Iedereen keek wat er gebeurde, alleen de muziek was te horen. Ze nam plaats op de leuning van zijn fauteuil en sloot haar ogen. Abbey Lincoln zong. 'Any other would just be the wrong man...' Marnix begon te schuiven op zijn stoel. Elise opende haar ogen. Ze streek haar rok zachtjes omhoog. Prachtige zwarte kousen droeg ze, met ruitjesmotief. Ze keek Jan aan en opende haar mond. Voorzichtig sneed ze met haar roodgelakte nagel een gaatje in haar kous. Langzaam en beheerst scheurde ze het gaatje verder open. Haar volmaakte dij kwam in beeld, steeds meer, steeds fataler, steeds hoger. Marnix' hoofd leek te ontploffen. Met een ruk stond hij op. Druipend van het zweet verliet hij de kamer. Nazareth pakte de allerlaatste bus naar Groningen, lijn 73. Ik heb hem nooit meer teruggezien.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Paul Abels (Lonneker, 1958) is AFdH Uitgever en was eerder leraar Nederlands, antiquaar, jazzplatenhandelaar, galeriehouder, copywriter, journalist.