Niet duur, veel avontuur
leestijd: 2 min

Soms heb je geluk. Op een doordeweekse dag stuurde het universum mij een verrassing, in samenwerking met Spotify. Het was een nummer dat ik ruim een half jaar geleden had gehoord, en ik had het zelfstandig nooit kunnen terugvinden omdat ik noch de titel, noch de artiest kende. Op een willekeurige avond speelde het zich spontaan af in mijn huiskamer. Ik sprong op van de bank, en vloog met glippende sokken over de laminaatvloer richting de laptop. Mijn vriend schrok. Dit nummer! Riep ik. En wees naar de laptop. Dit nummer! Herken je het? Verbaasd keek hij me aan.

Afgelopen zomer gingen we op vakantie met de camperbus. We reden Duitsland diep in, en onder het motto 'niet duur, veel avontuur' vonden we met behulp van een app een plek om te overnachten. Onze parkeerplaats was gelegen tussen een woonwijk en een bos, aan een meer waarin je niet mocht zwemmen. Dat was jammer. Maar er stond een bordje bij, dat het wegens de Natur was, en de Ruhe, en dat begrepen we ook wel weer. Rustig was het er zeker: op de parkeerplaats was verder geen camper te bekennen. Toen het donker werd kropen we in bed, bij mijn dochter, die al sliep. Ik was moe en al een eind weggezeild toen we het geronk van een auto hoorden die langzaam dichterbij kwam. Het licht van de koplampen streek door een kier van het gordijn over de binnenkant van onze bus. Ik hoorde muziek dreunen. Zodra de motor uit ging, werd het volume van de muziek fors omhoog gedraaid. Ik ging rechtop zitten, sloeg mijn armen om mijn knieën en mompelde 'nee hè'. Ik duwde het gordijn een beetje opzij, tuurde naar buiten en zag het silhouet van een lage, langwerpige auto, die middenop de parkeerplaats stond. Het leek erop dat deze ongewenste bezoekers voorlopig niet weg zouden gaan. Ik had me onze eerste nacht van de vakantie anders voorgesteld. 'Wat nu?' vroeg ik. (Wir möchten schlafen gehen gerne! Bitte?) Een scène met louche types, geschreeuw en messen ontvouwde zich in mijn hoofd. Daarom kozen we voor de weg van de minste weerstand. We deden alsof we er niet waren. Snel duwden we oordopjes in onze oren, en niet lang daarna viel mijn vriend in slaap. Met bonkend hart lag ik te luisteren. Ondanks mijn zogenaamde herriestoppers hoorde ik de muziek doordreunen. Er trok een genre voorbij waar ik normaalgesproken nooit naar luister, al is het alleen al vanwege het overdadige aantal decibellen dat ermee gepaard gaat. Er kwam nog een auto de parkeerplaats op rijden. Er ging een portier open en dicht, terwijl de motor bleef draaien. Even later stapte iemand weer in, en reed weg. Zo gebeurde dat nog eens, en nog eens. Auto's reden af en aan. Ik realiseerde dat me dat niemand wist waar we waren, en vroeg me af of ik iemand moest waarschuwen, en hoe ik dat zou moeten doen zonder diegene ongerust te maken. Plotseling hoorde ik muziek die volledig buiten het genre viel: het waren twee melodiën doorelkaar, gezongen door een engelachtig, Frans kinderkoor, met pianobegeleiding. De muziek zweefde over de duistere parkeerplaats. Het was prachtig, en onwerkelijk, en helemaal niet passend bij de situatie. Een kinderkoor? Drugsdealende messentrekkers die luisteren naar een kinderkoor? Maar al gauw werd de melodieuze intro vervormd en vergezeld door een ritmesectie, gevolgd door een mix van flarden kinderkoor en technobeats. De volgende drop kwam onverwacht, en was niet onaangenaam. Zoiets had ik nog nooit gehoord, en ik glimlachte. Ik hoopte dat ze het nog een keer zouden draaien, en dat deden ze, nog wel vier keer. Het was duidelijk hun lievelingslied, en dat begreep ik wel. Toen ze na twee lange uren en een aantal klanten later eindelijk wegreden (God in de hemel zij geprezen) probeerde ik de melodie, die ik inmiddels vijf keer had gehoord, te onthouden. Een paar dagen lukte dat. En toen vergat ik 'm.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Leonieke Toering (Leidschendam, 1978) is muzikant, zangeres, schrijver en voice-over. Ze woont in Groningen sinds 1999, en studeerde af aan de RuG in 2003 (Engelse taal- en letterkunde).